Wetenschappelijk rapport tweetalig onderwijs NED-VGT

Beatrijs Wille, Marieke Kusters

De Vlaamse minister van Onderwijs bereidt een wettelijk voorwaardenscheppend kader voor om tweetalig onderwijs in Nederlands (Ned) en Vlaamse Gebarentaal (VGT) in het gewoon basisonderwijs mogelijk te maken. Om basisscholen te ondersteunen wil de overheid wetenschappelijk onderbouwde kennis verzamelen over hoe tweetalig onderwijs (Net-VGT) best kan worden ingericht. Daarom voerde het consortium, in opdracht van de Vlaamse Overheid, Departement Onderwijs & Vorming, onderzoek uit naar de kwaliteit en effectiviteit van tweetalig onderwijs (Ned-VGT) en de praktische uitwerking ervan.

De onderzoekers gingen na (1) welke organisatievorm(en) van tweetalig onderwijs als kwaliteitsvol en/of als effectief beschouwd kunnen worden, (2) welke werkbaar zijn binnen de Vlaamse onderwijscontext, (3) hoe een adequate taalontwikkeling van beide talen (Ned-VGT) gewaarborgd kan worden en (4) welke kennis over (vak)didactiek VGT er beschikbaar is in Vlaanderen.

We ondernamen een systematische literatuurstudie om zicht te krijgen op diverse organisatievormen en op de nood tot taaldifferentiatie m.b.t. gesproken talen en gebarentalen voor dove, slechthorende en horende kinderen. Om inzicht te krijgen in de implementatie van tweetalig onderwijs in Vlaanderen ondernamen we een kwalitatieve dataverzameling door het organiseren van een Vlaamse en een internationale academische denktank met expertise in meertaligheid, meertalig onderwijs, inclusie, onderwijs voor dove en slechthorende kinderen, schoolontwikkeling en VGT. Daarnaast organiseerden we vijf focusgroepsgesprekken met personeel, gewoon- en buitengewoon onderwijs en leersteuncentra, en ouders. Om informatie te verzamelen over de beschikbare kennis over (vak)didactiek VGT, stuurden we een vragenlijst uit naar scholen buitengewoon onderwijs en interviewden we drie leerkrachten en een logopedist van vier scholen.

Op basis van de resultaten van het onderzoek komt co-enrollment naar voren als meest haalbare en wenselijke organisatievorm in Vlaanderen om kwaliteitsvol onderwijs te bieden, mits voldaan wordt aan de randvoorwaarden. De vier kernprincipes van co-enrollment zijn (1) een kritische massa van dove/slechthorende leerlingen, (2) dove/slechthorende leerlingen volgen lessen met horende leerlingen, (3) leerkrachten teamteachen in de klas en (4) de meeste leerlingen volgen het gemeenschappelijk curriculum.

Daarnaast werden zes randvoorwaarden geïdentificeerd voor succesvolle implementatie: (1) schoolvisie, leiderschap, schoolcultuur; (2) leerkrachten die teamteachen en zich (verder) ontwikkelen binnen een professionaliseringstraject; (3) een mix tussen dove/slechthorende en horende leerlingen met evenwichtige participatie van alle leerlingen; (4) een sterke en doordachte klaswerking met aandacht voor een universeel ontwerp voor leren; taalbeleid,- planning, en -differentiatie; klasgrootte, sociaal-emotionele ontwikkeling; klasinrichting; (5) partnerschap met ouders en (6) ondersteuning van externe bondgenoten, zoals lerarenopleiders, onderzoeksinstellingen, de Dovengemeenschap, scholen voor buitengewoon onderwijs, leersteuncentra, pedagogische begeleidingsdiensten, enz.

De volgende beleidsaanbevelingen vloeiden voort uit het onderzoek, rekening houdend met urgentie. Tijdens de initiatieffase moeten (a) het wettelijk kader, (b) de beoordelingscriteria voor scholen, (c) een professionaliseringsaanbod voor onderwijspersoneel en (d) het mogelijk gebruik van technologie worden uitgewerkt om de opstart van tweetalig inclusief onderwijs mogelijk te maken. Daarnaast omvatten aanbevelingen op korte termijn – met onmiddellijke actie – (a) een groot aantal thema’s voor voortgezet onderzoek, (b) een duurzame uitwerking van het professionaliseringsaanbod, (c) de opleiding van dove/slechthorende gebarentalige leerkrachten, (d) de ontwikkeling van een curriculum voor het vak VGT, (e) de kwaliteitscontrole voor tweetalig inclusief onderwijs, (f) een vroegtijdig tweetalig taalaanbod Ned-VGT, en (g) het nagaan van tweetalig voortgezet onderwijs. Aanbevelingen op lange termijn impliceren een langdurige opvolging en omvatten (a) sensibilisering in de maatschappij inzake doof zijn en VGT en (b) het opvolgen van technologische mogelijkheden. Bij de uitwerking van de aanbevelingen is de inclusie van het perspectief van dove gebarentalige experten cruciaal.

De resultaten van het onderzoek werden vastgelegd in (1) een wetenschappelijk rapport, (2) aanbevelingen naar de overheid toe en (3) een startersgids met achtergrondinformatie, randvoorwaarden en een praktisch stappenplan voor scholen die een tweetalig aanbod (Ned-VGT) willen inrichten.

Kortom, het onderzoek heeft waardevolle inzichten opgeleverd met betrekking tot tweetalig onderwijs (Ned-VGT) in Vlaanderen en biedt concrete richtlijnen voor scholen die tweetalig onderwijs willen aanbieden.